Gezien de duur en uitgebreidheid van de verschillende gespreksonderwerpen zag ik me genoodzaakt me enkel tot de casus nation-building in Irak te beperken. Dit maakt wel dat de besluittrekkingen van het colloquium zeer algemeen zijn en bijgevolg niet direct aansluiten op de hier besproken problematiek. Een eerste eindconclusie is dat er een noodzaak bestaat aan intensieve investering in onderzoek en kennis. Maar al te vaak wordt er ingegrepen in een conflictland zonder een degelijke voorkennis of beperkt men zich tot ‘quick fix solutions’. Een tweede conclusie bespreekt de noodzaak aan een ‘open mind’ en de wil en bereidheid tot rondetafelgesprekken met alle betrokken actoren. Het voornaamste agendapunt daarbij is een duidelijke rolverdeling en –beschrijving. De regeringen van conflict- en ontwikkelingslanden mogen hierbij niet langer genegeerd worden. Heden ten dage treden ze ‘back in the picture’ en eisen ook zij hun rol op.
Raustiala, K. (1997). States, NGOs and international environmental institutions. International Studies Quarterly, 41 (4): 719-740.
Sending, O. J. & Neumann I.B. (2006). Governance to governmentality: analyzing NGOs, states, and power. International Studies Quarterly, 50 (3): 651-672.
Princeton Colloquium on Public and International Affairs. (2004). In the Service of All Nations? The Role of NGOs in Global Governance. Geraadpleegd op 27 december 2008 op http://www.youtube.com/watch?v=f9DPkUMZcHE.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten