Slimming down the State: ngo’s, weak states en de outsourcing van publieke dienstverlening

Traditioneel zorgt de staat voor de gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting,... Maar omdat vele landen in het Zuiden daarvoor niet de middelen hebben én het neoliberale denkbeeld net wenst dat de staat zich niet bezighoudt met dergelijke dienstverlening, nemen andere actoren steeds meer de plaats van de staat in. Ngo’s zijn zeer actief in de betreffende sectoren en worden gezien als de ideale speler om de functies van de staat over te nemen.

Echter, het gevaar van staatserosie dreigt. Hoe zwakker de staat, hoe meer staatstaken door ngo’s ingevuld zullen worden. Uiteindelijk zal de staat enkel nog de onpopulaire sectoren, zoals belastingen, als de hare kunnen beschouwen. Een afweging tussen de bijdragen van de ngo’s en de uitholling van de staat dringt zich op.

dinsdag, december 09, 2008

Verschuiving van de macht van de Staat naar de NGO's.

‘Mappings of the power’; waar situeert zich de macht en wie heeft er wat in handen? Dit artikel probeert wat meer duidelijkheid te geven over waar de Staat de macht in handen heeft en waar Internationale Organisaties en NGO’s de bovenhand nemen. Want zoals in de blog hierboven beschreven (Zijn NGO’s de nieuwe kolonisten)(3), moeten we er ons van bewust zijn dat NGO’s in vele derde wereld landen een steeds grotere rol innemen. Wij zullen de verschuiving van de macht beschrijven aan de hand van een case-study in Egypte.

In de buitenwijken van Cairo is er een overvloed aan informele praktijken. Nergens is terug te vinden wat juist van wie is en welke handel wie drijft. Er is geen officiële kaart te vinden bij het Ministerie, noch zijn er op het Ministerie professionele ‘planners’ aanwezig die instaan voor het nauwkeurig weergeven van alles wat er gebeurt. Er is dus doorheen de jaren een enorme kloof ontstaan tussen de officiële documenten die de Staat weergeeft en actuele praktijken. En dit is zeker niet alleen in Egypte het geval, in vele derde wereld landen bevindt men zich in dezelfde situatie. Dit alles is begonnen bij de huisvesting; in de jaren ’70 werkten heel wat Egyptenaren in de Arabische Golfstaten, toen ze terugkeerden, gingen ze op zoek naar huisvesting en bouwden ze huizen. Maar hun geld was gedeponeerd op niet-officiële bankrekeningen. De Staat kneep lange tijd een oogje dicht voor deze informele financiële netwerken, de Staat had een soort van duale relatie met de leiders van deze verborgen economie. Zij hebben er immers in tijd van voedselcrisis voor gezorgd dat er genoeg liquide middelen voorhanden waren. Nadien is er wel een wet uitgeschreven die inging tegen deze netwerken. Zo zijn vele Egyptenaren wel hun spaargeld verloren (Elyachar, 2003).

De informaliteit en de staat kunnen niet volledig los van elkaar bestudeerd worden. De informaliteit is niet enkel een wereld waar armen in leven en proberen te overleven. De informaliteit is in vele landen een cruciale factor voor welvaart en macht, het is met andere woorden een deel geworden van de Staat. (Elyachar, 2003) De Soto heeft de rol van de staat uitvoerig beschreven in zijn boek ‘The other path’. Het is deels door de irrationele staatsregulering dat de informaliteit een zeer grote hoedanigheid blijkt te zijn in verschillende landen. (1) Niet enkel de huisvesting werd een zaak van informaliteit, ook de rest van de economie werd onderworpen aan de informaliteit. Hier hebben de NGO’s een grote rol in gespeeld. Volgens de staat kan de informele sector gelijk gesteld worden aan de privé-sector van de economie, maar het is wel degelijk uitgegroeid tot dé economie van het land. En deze economie is in handen van internationale organisaties en NGO’s. (1).
De staat liet de economie voor een groot deel in handen van de NGO’s, zij probeerden werk te maken van de werkloosheid en voerden structurele aanpassingsprogramma’s in om de economie beter te laten draaien. Om dit te kunnen doen, moet men natuurlijk eerst een zicht hebben wat de economische activiteit in een bepaald land reeds is. En ook hier verschilt de nationale economie, die in kaart gebracht werd door de Staat, danig van de reële economie. Internationale organisaties en NGO’s hebben er vervolgens naar gestreefd om deze economische activiteit in kaart te brengen, wat er voor zorgde dat men een soort ontplooiing van de macht had. Men had een verschuiving van zijnde burger van een staat naar zijnde een individu in een algemene humaniteit. Want vele mensen waren niet opgenomen in de officiële statistieken, maar werden dit wel in de statistieken van de internationale organisaties. Deze statistieken kregen dus ook een belangrijke morele waarde (Elyachar, 2003). McGann en Johnstone hebben dit ook aangekaart; doordat NGO’s de democratisering en het weergeven van juiste informatie hoog in het vaandel dragen, vervullen zij een belangrijke rol voor de burgers in de maatschappij (2). Dit zorgt ervoor dat zij een zeker aanzien en macht verwerven. Vaak botst men op het probleem dat de staat enkel die informatie ter beschikking stelt en publiceert waar ze zelf in geïnteresseerd zijn, deze informatie is dus vaak onvolledig, niet systematisch en onbetrouwbaar. Ook dit heeft Elyachar gemerkt bij het opmaken van de statistieken. Zoals hierboven reeds gemeld, hebben NGO’s vaak een duale relatie met de staat, want de financiering die de NGO’s garanderen en de transparantie waarvoor gezorgd wordt, zijn een belangrijk element voor de vooruitgang van de Staat. (2)

Hierbij kan natuurlijk ook de vraag gesteld worden in welke mate de NGO’s steeds op een legitieme manier handelen, want hier worden de NGO’s naar voor gebracht als de ‘grote redder’ van de economie. Maar dit kan ook langs een andere zijde bekeken worden en ook hier zijn veel kritieken op geformuleerd. De blog "de legitimiteitsvraag van de NGO’s" brengt dit debat naar boven (4).

Om te besluiten, kunnen we stellen dat de lijn tussen de Staat en de NGO’s niet duidelijk getrokken kan worden, deze is vaak verwarder en niet zo gestructureerd dan men zich realiseert. Het uitoefenen van de macht gebeurt door verschillende actoren en op verschillende manieren, met vaak een wisselwerking tussen de verschillende actoren.

-------------------------------------------------------------------------------------------------
Elyachar J. (2003). Mappings of power : The state, NGOs and International Organizations in the Informal economy of Cairo. Comparative Studies in Society and History. Vol 45(3). 571-605

(1) De Soto: The other path: Invisible revolution in the Third World
(2) McGann J., Johnstone M. The Power Shift and the NGO Credibility Crisis.
http://www.icnl.org/KNOWLEDGE/ijnl/vol8iss2/art_4.htm
(3) blogbericht: Zijn NGO’s de nieuwe kolonisten
(4) blogbericht: De legitimiteitsvraag van de NGO’s

Geen opmerkingen: