Voor de bespreking van een artikel uit een week- of maandblad, heb ik gekozen voor ‘NGO’s en transparantie uit het MO* magazine (1). Het artikel belicht een aspect van de problemen die komen kijken bij de samenwerking tussen NGO’s, staten en de burgersamenleving. Bovendien vormt het een mooie toelichting bij mijn commentaar geuit op de blogpost Mediatisering van de filantropie op de blog Kan filantropie de wereld redden? De nieuwe globale hype van “het geven”.
Zoals reeds besproken in deze blog nemen NGO’s in toenemende mate activiteiten en taken over die traditioneel onder de autoriteit van de staat vielen. De samenwerking tussen beide organen daarbij impliceert zowel voordelen als nadelen. Eén van de nadelen voor de overheid is hun taak tot controle van maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar vooral boekhoudkundige transparantie en ethiek in de fondsenverwerving van de NGO’s. Met boekhoudkundige transparantie bedoelt men openheid over wat NGO's doen met het geld dat ze van de burgers krijgen. Deze openheid impliceert verantwoording tegenover de eigen leden en sympathisanten maar ook tegenover de buitenwereld. NGO’s moeten de mensen een duidelijk antwoord kunnen geven op vragen als: wat gebeurt er met ons geld, hoe hoog zijn de salarissen van de topmensen, welk deel van de middelen gaat naar het Zuiden, en waaraan besteedt men middelen in eigen land? Met ethiek bedoelt men dat nieuwe maatschappelijke actoren zoals de media, het bedrijfsleven en de NGO's op een of andere manier verantwoording moeten afleggen voor wat ze doen. Eén van de belangrijkste instellingen die verantwoordelijk is voor de controle van deze bestaans- en subsidievoorwaarden in ons land, is het DGOS of het Directoraat- Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking (2). DGOS controleert zo’n negentig jaarplannen, samen goed voor een budget van bijna 100 miljoen euro. Een tweede controleorgaan is het internationaal accountants- en belastingadviseursbedrijf PricewaterhouseCoopers (3). Zij screenen NGO’s en de organisaties die een voldoende halen, krijgen een label voor drie jaar. Ondanks deze maatregelen, en deze vormen slecht 2 voorbeelden van de verschillende controlevoorzieningen die voorhanden zijn, bestaat er nog steeds het risico op ontsporing. Dit wordt bewezen door de casus van de NGO ‘Mensenbroeders’. Eind 2005 bleek plots dat deze NGO, die nochtans gesubsidieerd en dus gecontroleerd werd door de overheid, een onoplosbaar groot financieel tekort had. ‘Mensenbroeders’, die normaalgezien een jaaromzet heeft van zo’n 500.000 euro, vertoonde op een bepaald moment een negatief vermogen van meer dan 200.000 euro. De vermoedens omtrent deze negatieve balans luiden dat er mogelijks geld over en weer ging tussen de NGO en het bedrijf van de toenmalige voorzitter.
In tegenstelling tot ‘Mensenbroeders’ komen veel andere NGO’s wel tegemoet aan de noodzaak aan transparantie en verantwoording. Zo werd in juli 2006 onder andere het eerste globale Charter voor maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de non- profitsector onderschreven. Daarin staan normen voor ethische fondsenwerving, basisprincipes zoals onafhankelijkheid, non-discriminatie, respect voor bestaande internationale wetgeving en transparantie, alsook regels voor goed bestuur. Dergelijke criteria beschouw ik niet meer dan een evidentie binnen het zelfbestuur van NGO’s. Zij zijn namelijk verantwoordelijk voor een goede besteding van het geld van de gewone burger. En deze laatste heeft naar mijn mening dan ook recht op de verzekering van een transparant financieel beleid van de NGO’s via de controle door overheids- en privéorganen. Controle betekent natuurlijk geen extreme censuur zoals beschreven in de blogpost NGO's en internetcensuur. Maar bij samenwerking tussen de actoren NGO, staat, en burgers is openheid in geschrifte een noodzakelijke voorwaarde wil deze samenwerking in zijn opzet slagen.
Referentielijst
(1) Vandaele J. (8 december 2006). NGO’s en transparantie. MO* magazine. Geraadpleegd op 30 december 2008 op http://www.mo.be/index.php?id=348&tx_uwnews_pi2[art_id]=580&cHash=035580dca8.
(2) Directoraat- Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking. Geraadpleegd op 30 december 2008 op http://www.dgdc.be/nl/index.html.
(3) PricewaterhouseCoopers. Geraadpleegd op 30 december 2008 op http://www.pwc.com/Extweb/home.nsf/docid/9E5C5B0E69C79A31802571250053229F.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten