Eigenlijk klinkt het allemaal bijzonder negatief. Maar het is gewoon een trend van de laatste decennia. Het aantal NGO’s die in de derde wereld opereren, is enorm toegenomen. NGO’s zijn dan ook een zeer belangrijke factor geworden voor de welvaart in vele ontwikkelingslanden; maar men moet realiseren dat dit gepaard gaat met een toenemende macht. Onishi N. heeft hier ook een artikel over geschreven in de New York Times in 2002 (1).
In veel ontwikkelingslanden draait de politiek nog niet zeer goed. De democratie is vaak nog niet zo ver gevorderd dat er rekening gehouden wordt met de man in de straat. De stem van de kleine burger wordt dan bijgevolg ook niet zo hoog in het vaandel gedragen. Voor deze burgers zijn de organisaties zoals NGO’s enorm belangrijk. Vele NGO’s opereren lokaal, wat ervoor zorgt dat de communicatie tussen de NGO’s en de lokale burgers ook al veel gemakkelijker verloopt. Deze organisaties geven de lokale burgers ook de mogelijkheid om zelf een deel van de macht in handen te nemen, door bijvoorbeeld mee te helpen aan de bouw van een school in een dorp. Dit is zeer belangrijk voor vele burgers. Ze creëren sociale welzijn waar de regering te kort schiet. Op vele plaatsen is het vertrouwen in NGO’s groter dan het vertrouwen in de regering. Hierbij wordt in het artikel de vraag gesteld of men door het bieden van die hulp, het land van zijn verantwoordelijkheid niet ontmeent. Want een land waar geen oorlog heerst, zou toch zelf in staat moeten zijn om een school op te bouwen? Maar dan wordt hier weer de kanttekening bij gemaakt; als dit land dit niet doet, dan moet de internationale gemeenschap maar toekijken hoe het analfabetisme stijgt in de derde wereld? In een rapport van de VN (2) zijn de taken en de functies van een NGO besproken, hier wordt gezegd dat de NGO’s de staat daar moet aanvullen waar ze tekort komen op gebied van publieke diensten. Dus als de staat niet voor scholen zorgt, is het de taak van de NGO’s om ze te voorzien van scholen. En zodoende bouwt de internationale gemeenschap verder en wordt ook de macht van de NGO’s uitgebreid.
Natuurlijk moet er mee rekening gehouden worden dat NGO’s geen systemen an sich zijn, zij opereren in en samen met een bepaalde omgeving. Het is dan ook niet mogelijk om de NGO afzonderlijk van de staat te bekijken. De relatie tussen beiden is niet altijd even duidelijk en niet altijd even goed. In de blog van de partnerschap tussen staat en NGO gaan we ook hier dieper op in. Hier heeft men verteld dat het de bedoeling is om de krachten te bundelen en de zwaktes te overwinnen. In theorie is dit zeer mooi, maar in de realiteit gaat het er soms nog iets anders aan toe. Hiervan wordt ook een voorbeeld gegeven in het artikel. In vele gevallen functioneren NGO’s beter en zijn ze beter georganiseerd dan de Staat. Hierdoor trekken de NGO’s plaatselijk ook de ‘betere’ mensen naar zich toe. Deze komen dan in dienst te staan van de NGO en engageren zich niet meer op politiek niveau. De Staat kan dus de goeddraaiende NGO’s vaak moeilijk evenaren.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de NGO’s de functies van de regering helemaal overnemen Dit mag niet het geval zijn, zeker niet op lange termijn. Daarom is het belangrijk dat er op een zorgvuldige manier beslissingen genomen worden, zodat men bijvoorbeeld niet té lang blijft in een bepaald land, dat het land niet te afhankelijk wordt van de humanitaire organisaties (Onishi, 2002). We moeten er toch even bij stilstaan dat NGO’s geen politieke partijen zijn, en dus ook niet op een democratische manier verkozen zijn. (2) En nochtans in vele gevallen hebben ze evenveel of zelfs meer macht verworven dan de plaatselijk democratisch verkozen mensen. Dit debat komt tevens aan bod in de blog van de accountability en NGO.
Zoals we kunnen zien, de debatten liggen nog op een hete plaat. In deze blog zal derhalve telkens een aspect aangehaald waar nog geen eenduidigheid over is. We kunnen dus bijgevolg ook niet echt een besluit vormen over de plaats van de NGO’s in de ontwikkelingslanden en op welke manier er gehandeld moet worden wel of niet in samenspraak met de Staat.
3 opmerkingen:
Hoewel de auteur van bovenstaande blogpost er vrij goed in slaagt om te verwoorden wat Onishi (2002, 22 maart) in zijn artikel beschrijft, kunnen er toch enkele bemerkingen geplaatst worden. Aan het begin van de post stelt deze auteur het volgende:
“Eigenlijk klinkt het allemaal bijzonder negatief. Maar het is gewoon een trend van de laatste decennia. Het aantal NGO’s die in de derde wereld opereren, is enorm toegenomen. NGO’s zijn dan ook een zeer belangrijke factor geworden voor de welvaart in vele ontwikkelingslanden; maar men moet realiseren dat dit gepaard gaat met een toenemende macht.”
Zonder te willen betwisten dat NGO’s een zekere rol gespeeld hebben in het creëren van een zekere mate van welvaart in verschillende ontwikkelingslanden, kan men zich bij deze stelling echter afvragen of men de toenemende macht van NGO’s en de eventuele problemen die hiermee gepaard gaan dan maar moet beschouwen als een onvermijdelijk gevolg van ontwikkelingshulp? Tenslotte is global warming ook “gewoon een trend van de laatste decennia” en hebben de toenemende industrialisering, het gebruik van fossiele brandstoffen en een steeds verder uitgebouwd transportnetwerk ook bijgedragen tot onze huidige staat van welvaart. Dit wil echter niet zeggen dat men deze niet in vraag kan stellen. Door te argumenteren dat de toenemende macht van NGO’s het logische gevolg is van het feit dat zij een belangrijke factor zijn in het creëren van welvaart binnen verschillende ontwikkelingslanden, riskeert men echter de eventuele problemen die hiermee gepaard gaan te minimaliseren of over het hoofd te zien. Aangezien verschillende andere auteurs op deze blog reeds aandacht besteedden aan een aantal problematische aspecten van de toenemende macht van NGO’s, zal hier in deze reactie niet verder over uitgeweid worden. Wel zal dieper ingegaan worden op de volgende assumptie die de auteur van dit artikel maakt:
“De stem van de kleine burger wordt dan bijgevolg ook niet zo hoog in het vaandel gedragen. Voor deze burgers zijn organisaties zoals NGO’s enorm belangrijk. Deze organisaties geven de lokale burgers ook de mogelijkheid om zelf een deel van de macht in handen te nemen, door bijvoorbeeld mee te helpen aan de bouw van een school in het dorp.”
Waar deze auteur echter aan voorbij gaat, is het feit dat het voor burgers niet altijd vanzelfsprekend is om te participeren in de werking van NGO’s die binnen hun gemeenschap actief zijn. In de praktijk is namelijk gebleken dat er een aantal problemen verbonden zijn aan het mobiliseren en motiveren van lokale gemeenschappen. Er vallen immers een aantal structurele barrières waar te nemen die de mogelijkheden tot participatie van bepaalde individuen of sociale groepen aanzienlijk gaan beperken. Het is dan ook niet voor iedereen mogelijk om deel te nemen aan de activiteiten van lokale NGO’s en zo bij te dragen aan het verbeteren van zijn eigen levensomstandigheden en die van de rest van de gemeenschap. Vooral bij complexe en gevoelige ontwikkelingsproblemen, zoals bijvoorbeeld HIV/AIDS, kan de participatie van de lokale gemeenschap in NGO’s die rond deze problematiek werken, vrij problematisch zijn. Factoren zoals stigmatisering van het HIV/AIDS probleem, culturele bezwaren of bepaalde machtsdynamieken binnen de gemeenschap kunnen er voor zorgen dat het voor bepaalde leden van de gemeenschap onmogelijk is om deel te nemen aan de activiteiten van lokale NGO’s.
Door Anouk Verhellen
Bronnen:
King, R. (1999). Sexual behaviour change for HIV: Where have the theories taken us? Genève: UNAIDS
McDonald, T.H. (1998) Rethinking health promotion: a global approach. London: Routledge
Onishi, N. (2002, 22 maart). Nongovernmental organizations show their growing power. The New York Times
Graag wou ik nog een kleine tegenreactie geven op de reactie van Anouk.
Omtrent de eerste opmerking; het was helemaal de bedoeling niet om de problematiek die gepaard gaat met de toenemende macht van de NGO’s te minimaliseren of over het hoofd te zien. Dit blogbericht heeft enkel de bedoeling om de toenemende macht van de NGO’s eens van een andere kant te bekijken. In andere blogs is men uitvoerig ingegaan op de problematiek die hiermee gepaard gaat (zo heeft men het over de accountability, de legitimiteit van de NGO’s in de ontwikkelingslanden).
In verband met de tweede opmerking; ik denk dat je dit misschien op een andere manier begrepen hebt dan ik bedoelde. Ik wou de vergelijking maken tussen de relatie van de burgers met de NGO’s en de relatie van de burgers met de politiek. Aangezien vele NGO’s vaak lokaal opereren, komen burgers vaak in aanraking met NGO’s, meer dan ze in aanraking komen met de politieke leiders of partijen in hun land. Dus op lokaal niveau gaat dit ervoor zorgen dat NGO’s in veel gevallen meer macht hebben dan de politieke leiders. Maar het is inderdaad zo dat het niet voor elke NGO geldt en in elk land. Ook al zijn de NGO’s aanwezig, soms faalt de samenwerking tussen beiden ook en vinden de NGO’s geen voeling met de burgers. Een goed voorbeeld hiervan is ook de blog: NGO’s in Nicaragua: Hot For Profit. In Nicaragua zijn meer dan 500 NGO’s aanwezig en toch slaagt men er niet in om de armoede te verbeteren. Hier hebben ze ook het voorbeeld gegeven met de aanwezigheid van een schooltje en een leerkracht; de faciliteiten zijn er, maar toch gaat de jeugd niet naar school. Het lukt dus zeker en vast niet steeds om een goede band met de NGO’s op te bouwen. En zoals je zegt, ik denk dat de participatie van de burgers ook mede afhangt van wat deze NGO’s in de bepaalde streken doen. NGO’s die handelen rond de AIDS-problematiek zullen het in vele gevallen moeilijker hebben, omdat dit nog geen sociaal aanvaard probleem is.
ik ben rijk geworden met deze geprogrammeerde gehackte pinautomaat
Nadat ik klaar was met studeren, was er geen werk, dus besloot ik een klein bedrijf te beginnen, maar het geld was niet genoeg, ik sloot het bedrijf, het werd erg moeilijk voor mij, ik was het enige kind van mijn ouders en mijn ouders. Ze zijn allebei oud, ze geloven in mijn dagelijkse voeding, op een dag zag ik tijdens het surfen op internet een bericht over hoe deze NIEUWE VERVANGEN ONTVANGEN ATM-KAART een geldautomaat kan hacken en een groot bedrag kan opnemen, dus nam ik contact op met het bedrijf via uw e-mail. Tot mijn grootste verbazing ontving ik de kaart een paar dagen nadat ik een kleine vergoeding voor de kaart had betaald. Deze blanco ATM-kaart is een geweldig en prachtig product. Ik zou nooit geloven dat al deze dingen die ik vandaag heb kunnen worden verworven met deze grote vreugde in mijn hart, daarom breng ik het goede nieuws over ... Het leven is positief en geduldig zijn, in de overtuiging dat grote dingen mogelijk zijn en kan gebeuren in seconden. .. BRAIN HACKERS TECH WORLD heeft mijn leven veranderd ... Godzijdank kun je een e-mail sturen naar VIA (brainhackers@aol.com)
Een reactie posten